Wie eet er wel eens een bokking? En wie gebruikt het woord bokking nog wel eens? Op de Frans Hals tentoonstelling hangt dit portret van Pieter Cornelisz van der Mersch, een komiek uit Leiden. Hij was in 1616 een van de bekendste narren van Holland en kon mensen flink belachelijk maken met zijn grappen.
Een bokking uitdelen betekent iemand in de hoek zetten of belachelijk maken, aldus het Rijksmuseum.
Iemand een droge bokking geven gaat nog iets verder; dan is het een berisping of een verwijt. Omdat op het schilderij staat Wie begeert weten we dat het hier om een grap gaat. Pieter heeft zelfs een hele mand vol met gerookte bokkingen. Geef mij maar een vet harinkje!